Waarom:
De meest voorkomende reden voor het eliminatiedieet is om uit te sluiten of er een voedingsallergie in het spel is. Een voedingsallergie kan zich op meerdere manieren uiten, zoals jeuk (veel krabben/likken), terugkerende oorontsteking, hotspots, braken of diarree klachten.
Dit kan het enige probleem zijn, maar ook in combinatie met een omgevingsallergie voorkomen. Een allergie kan een opeenstapeling van uitlokkende factoren zijn.

Voorbeeld: Het kan bijvoorbeeld zijn dat de hond niet goed tegen gras kan en niet tegen de eiwitten van rund. Wanneer hij enkel met gras in aanraking komt, maar verder kip eet, kan de allergie nog laag genoeg zijn om er geen klachten van te hebben. Eet hij rund, maar komt hij nooit bij gras in de buurt hetzelfde. Maar eet hij rund en loopt hij in het gras, dan krijg je een opstapeling van triggers zodat de allergie wél tot uiting komt.

Daarom wil je eerst controleren of voeding iets met de klachten te maken heeft.

Wat houdt een voedingsallergie in:
Het dier is allergisch voor bepaalde stoffen uit de voeding. Dit kan een dierlijk eiwit zijn, zoals bijvoorbeeld kip, rund, lam of ei, maar ook een plantaardig eiwit zoals bijvoorbeeld tarwe, rijst, maïs of soja. Elke hap van deze voeding kan ervoor zorgen dat het dier wel 3 weken lang (jeuk)klachten heeft. Dit kan namelijk nog zeker 2 weken in de bloedbaan blijven zitten.

Eliminatiedieet:
Wat we met het eliminatiedieet gaan doen is uitsluiten of juist bevestigen dat de voeding een oorzaak van het probleem is. Eliminatiediëten zijn er in meerdere vormen en van meerdere fabrikanten. De meest voorkomende zijn gehydroliseerde voedingen. Hydrolisatie zorgt er als het ware voor dat de stoffen waar het dier mogelijk allergisch op kan reageren in hele kleine stukjes worden geknipt waardoor het lichaam deze stof niet meer als dusdanig herkent, en er dus ook geen allergische reactie op ontstaat. Hoe kleiner deze stukjes zijn, hoe minder kans je hebt dat er reactie op komt.
Sommige eliminatiediëten zitten anders in elkaar en zijn gebaseerd op bepaalde ingrediënten waarvan de te verwachten reactie zo klein mogelijk is. Hierbij is het belangrijk dat het wel om een betrouwbaar dieet gaat. Zo kun je bijvoorbeeld een dieet kiezen met 1 hypoallergene eiwitbron zoals insecten, maar wanneer er in dezelfde machine brokjes met rundvlees gemaakt zijn, dan kunnen er nog sporen rund in deze hypoallergene brok zitten en zal het dier dus nog steeds allergisch reageren.

Wanneer er een eliminatiedieet gestart wordt zal er in overleg met de dierenarts het best passende dieet worden uitgezocht. Het is dan zaak om strikt deze voeding aan te houden en absoluut niks anders. Zoals al eerder aangegeven kan elke hap van iets anders het dieet verstoren en de allergieprikkel weer opwekken. Het dier mag dus géén andere voeding ernaast krijgen, maar ook geen snacks, geen beloningssnoepjes, geen kluifjes of tafelrestjes. Geen plakje vleeswaren om medicatie mee in te geven. Maar ook geen medicatie/ontworming met smaakstof, geen hondentandpasta met een smaakje erin, geen (nylon) kauwbotten met smaakstof etc. Probeer je hond in deze periode niet met shampoo te wassen, want ook dat kan weer een evt. irritatie geven.
Wil je je hond belonen, doe dit dan met de brokjes uit de zak met dieetvoeding.
Wij snappen dat dit nogal een opgave is voor de eigenaar. Toch is het van groot belang dit minimaal 6 tot 8 weken vol te houden, en in sommige gevallen zelfs langer. (heeft de hond bv elke 3 maanden een oorontsteking, dan kan dit door de voeding komen, maar weet je na 8 weken dus nog niet of de oorontsteking weg zal blijven, je zal het dan dus minimaal 3 maanden moeten volhouden)

Na het eliminatiedieet:
Wanneer deze testperiode is afgerond kunnen er een paar opties zijn:

• Het heeft helemaal geen verschil gemaakt. Bij een sterk vermoeden dat het toch echt een voedingsallergie zal zijn, kan er nog een 2e soort eliminatiedieet uitgetest worden. En anders weten we dat hier het probleem in elk geval niet in zit. 
• De klachten zijn/blijven weg. In dat geval spreken we dus hoogstwaarschijnlijk van een voedingsallergie/-overgevoeligheid. In dat geval kunnen we er voor kiezen om de voeding waar het dier het dus blijkbaar goed op doet voort te zetten en de rest van zijn/haar leven alle extra’s weg te laten.
  
  Wil je toch graag wat extra’s kunnen geven, dan kunnen we helpen adviseren met het toevoegen van producten. Er zijn verschillende diersoorten bijvoorbeeld waar de allergie minder snel bij voor zal komen dan bij andere. Let op: geef nooit meer dan 1 nieuw product per 2 weken. Als er een reactie op komt, weet je niet waar het dier niet tegen kan als je meer producten tegelijk toevoegt.  
• De specialisten adviseren om na het eliminatiedieet weer de oude voeding/snacks terug te gaan geven; het zogeheten ‘Provoceren’. Je gaat dus bewust de allergieprikkel weer uitlokken om daarna opnieuw het eliminatiedieet te starten tot de klachten weer weg zijn, om zo de diagnose definitief te bevestigen. Veel eigenaren zijn zo blij als hun dier eindelijk van de jeuk af is, dat ze deze stap niet zien zitten. 
• De klachten zijn deels weg. Waarschijnlijk zal uw dier dan een combinatie van een voedingsallergie met een omgevingsallergie hebben. Het advies is dan zeker om door te gaan met deze voeding, maar de allergie verder op te werken en te onderzoeken of er een omgevingsallergie bij zit. 

Wij snappen heel goed dat dit nogal een opgave is voor u als eigenaar. Daarom zullen we u waar nodig hier zo goed mogelijk bij proberen te begeleiden. 

Dus loopt u ergens tegenaan, of heeft u nog vragen: neem vooral contact met ons op!