Desensibilisatie
Je hebt een hond met een omgevingsallergie. Via een bloedtest is vastgesteld voor welke zaken uit de omgeving (bomen/grassen/mijten/pollen/gewassen/schimmels) hij/zij allergisch is.
Nu we dit weten kunnen we hem voor deze allergenen ongevoelig gaan maken. Dat doen we door middel van de ‘Desensibilisatie/Immunotherapie’.
Wat is het:
Door het laboratorium waar de bloedtest gedaan is kan er een vloeistof worden samengesteld. Deze wordt voor elke hond apart gemaakt aan de hand van de allergieën. De positieve allergieën worden in een flesje vloeistof gestopt en door deze onder de huid te injecteren kan de hond hier ongevoelig voor gemaakt worden zodat hij hier niet meer, of in elk geval veel minder, allergisch op reageert.
Zijn het meer dan 8 allergenen, dan gaan we, eventueel in overleg met het lab, kijken naar de beste oplossing voor uw hond.
Start van de behandeling:
Zodra dit flesje binnen is, kunnen we de behandeling starten. Dit gaat via een opbouwschema. We beginnen met een hele lage hoeveelheid in te spuiten en verhogen dit elke keer een klein beetje. Uiteindelijk zal het dier 1x in de 2 tot 4 weken -afhankelijk van waar hij het beste op reageert en wat haalbaar is voor de eigenaar- een injectie krijgen. Deze dosering zal bij goed effect levenslang worden aangehouden. Het flesje bewaard u in de koelkast.
Bij voorkeur worden deze injecties in de opbouwfase door de assistente gegeven. Zij kijken dan per keer hoe de patiënt reageert op de injecties, en kunnen in overleg met de dierenarts de dosis of frequentie aanpassen om de kans op succes te verhogen. U mag daarna in de onderhoudsfase deze injecties eventueel zelf thuis geven. U bewaart het flesje in de koelkast. Wij kunnen u dan de eerste (paar) keer hierin begeleiden, en zodra u het aandurft, kunt u het schema verder thuis voortzetten. Komt u liever bij ons langs; geen probleem, dan kan de assistente de injecties geven.
Opbouwschema:
In de bijsluiter van het flesje staat een opbouwschema. Hierin wordt uitgegaan van opbouwen naar 1x in de 4 weken 1 ml. Echter zijn de ervaringen met een langzamere opbouw en dan 1x in de 2 weken een kleinere hoeveelheid beter. Daarom gaan wij niet van het standaardschema uit, maar kijken wij per dier hoe hij/zij op de injecties reageert. Belangrijk is om de 3 dagen vóór de injectie de jeuk extra in de gaten te houden; dit zegt iets over het termijn waarop de injectie gegeven wordt, en de 3 dagen ná de injectie; dit zegt iets over de juiste hoeveelheid die hij moet krijgen. Daarom geven we de injecties in de opbouwfase graag nog op de praktijk óf per keer met telefonisch overleg.
Wanneer kunt u verbetering verwachten:
Na 6 maanden kunt u pas echt zeggen of het wel of niet werkt. Bij sommige patiënten zullen we na 1 maand al een kleine verbetering zien, maar bij de meeste merken we dit pas na 4 tot 6 maanden.
Het succespercentage voor honden is ong. 75% en voor katten 70%. Patiënten die op de immunotherapie reageren kunnen een verbetering verwachten van 50-100%.
Omdat het dus wel even kan duren voordat het aanslaat, is het zeker in het begin vaak nog wel nodig om klachten te onderdrukken met medicatie. De meest gebruikte medicatie kan in combinatie met de immunotherapie gegeven worden. Het is natuurlijk de bedoeling dat de immunotherapie het uiteindelijk over zal nemen waardoor medicatie niet meer nodig is of slechts in hele lage dosering.
Wat kunt u nog meer doen:
In de allergenengids staan veel tips beschreven om allergieën zo veel mogelijk te beperken.
Daarnaast is een goede parasietenbestrijding zeker bij allergische honden erg belangrijk om de jeuk triggers tegen te gaan.